Je stelt een telefoongesprek zo lang mogelijk uit, je hebt klamme handen als je de telefoon pakt en tijdens het gesprek kom je niet uit je woorden. Herkenbaar? Da's telefoonangst. Je bent niet de enige én er is iets aan te doen.
You are not alone. Uit verschillende internationale onderzoeken blijkt dat ruim een kwart tot drie kwart van de mensen moeite heeft met bellen. Telefoonangst bestaat in verschillende vormen. Van zweethandjes tot stotteren en van dichtklappen tot misselijkheid. Vooral werkgerelateerde telefoontjes worden vaak als probleem ervaren. Maar hoe komt dat toch?
Stotteren omdat je bang bent te gaan stotteren
“De basis van telefoonangst is de angst om afgekeurd te worden”, vertelt Jan van den Berg, hoofdbehandelaar in het angstbehandelcentrum IPZO. “Je bent bang voor een negatieve reactie als je een boodschap moet overbrengen. Juist omdat je dat spannend vindt, ben je bang om iets verkeerds te doen, zoals niet goed uit je woorden komen, iets geks zeggen, haperen of stotteren. Bij werktelefoontjes ervaren mensen meer druk, omdat ze graag professioneel en competent willen overkomen.”
Lang leve e-mail! Of niet?
Nu kun je natuurlijk ook denken: wie heeft een telefoon nodig als je ook kunt e-mailen? Programma’s als Skype en WhatsApp maken het bellen in jouw ogen misschien overbodig. Maar is dat wel zo?
Bellen is persoonlijker en je kunt de tone of voice veel beter controleren dan bij geschreven tekst. Bovendien kun je direct antwoord geven op vragen die gaandeweg ontstaan. Uiteindelijk ben je via de telefoon dus sneller bij je eindpunt met wederzijds begrip én heb je alle mitsen en maren kunnen bespreken. Acht keer heen en weer mailen of één keer bellen? Zeg jij het maar!
Met deze zeven tips bel je als een pro!
Een beetje lekker kunnen bellen is dus wel zo handig. Daarom hier zeven tips van Jan van den Berg om met je telefoonangst te dealen!
- Goede voorbereiding is het halve werk
Stel het telefoneren niet uit, want dan creëer je onrust voor jezelf. Plan voor jezelf het moment waarop je de telefoon pakt, schrijf de belangrijkste boodschap op en doe iets om te ontspannen voordat je gaat bellen. Loop even een rondje, haal koffie, luister een muziekje of doe iets anders waarvan je weet dat je rustig wordt. Dit zorgt ervoor dat je kalm het gesprek aangaat. - Zullen we een spelletje doen?
Het kan helpen om met een collega een rollenspel te doen. Eerst speel jij de persoon die gebeld moet worden en daarna ben jij de beller. Op deze manier kun je het gesprek oefenen en ben je dus wel op het ergste voorbereid. Bang dat je collega’s je raar aankijken? Het helpt ook om je even af te zonderen en dit gesprek zachtjes in jezelf te oefenen. Zoals vroeger met je spreekbeurt. - Eén onderwerp per keer
Veel mensen hebben de neiging om een telefoongesprek af te raffelen en van de hak op de tak te springen. “Een truc om dit te voorkomen is om met iemand bijvoorbeeld vijf minuten over pindakaas te praten. Op die manier train je jezelf om tijdens een lopend gesprek bij één onderwerp te blijven”, aldus Van den Berg. - Break the ice
Zorg dat je geïnteresseerd overkomt. Vraag hoe het gaat en of je op een gelegen tijdstip belt. Weet je dat de persoon aan de andere kant van de lijn op vakantie is geweest? Vraag dan hoe het was. Of iets anders persoonlijks. Daarmee breek je het ijs en stel je je open op. - Houd niet te krampachtig vast
Het is belangrijk dat je meegaat met het gesprek om het goed te laten verlopen. Van tevoren kun je dus dingen op papier zetten, maar houd daar niet te krampachtig aan vast. Dan kan het juist gebeuren dat je met je mond vol tanden komt te zitten als je gesprekspartner opeens van onderwerp verandert. Om tijd te winnen, kun je af en toe het gesprek even samenvatten. Dat staat geïnteresseerd en je voorkomt er nog onduidelijkheden mee ook! - Oefening baart kunst!
Bel niet één keer om daarna te denken: ‘Ik heb het gedaan en nu mag ik weer lekker mailen.’ Nee, blijf oefenen. Hoe vaker je het doet, hoe beter het gaat. - Fouten maken is menselijk
Ging het gesprek niet helemaal zoals je het had gepland? Probeer er dan achteraf geen rotgevoel eraan over te houden, maar wees trots op jezelf dat je het gesprek hebt gevoerd. Onthoud dat je altijd het meeste leert van je fouten. Dus ging het allemaal wat stroef? Dan was je dus alsnog lekker bezig, met je leerproces! Wat gebeurde er precies en waarom was dat vervelend? Volgende keer doe je dat beter.
